CAMP’S

Dit bouwwerk weet niet alleen een fabriek om te turnen tot een abdij,
het is ook nog eens een steengeworden reis door de architectuurgeschiedenis.
Zonder pretentie schrijft het zelf ook geschiedenis
— Koen Van Sygnhel, De Standaard nov 2017

NIEUWBOUW VAN EEN HEDENDAAGSE ABDIJ VOOR DE AMBACHTELIJKE PRODUCTIE VAN MOSTERD, PICKELS EN OPGELEGDE GROENTEN

CONCEPT

Een productiesite voor mosterd, pickles en opgelegde groenten volgens een innovatief, hedendaags abdijprincipe. Het stelt zich niet in de rij maar is een eiland in de industriële verkaveling en trekt zo het achterliggend natuurgebied naar binnen.

Door het lage budget is het vet weggesneden, wat leidt tot een gecondenseerd concept. De ´arena´ strekt zich rond uit en is de minimale verharding (draaicirkel) om te kunnen laden en lossen. De productie werd samen met de bouwheer herdacht van horizontaal naar verticaal, met als orgelpunt de mosterdtoren waar de silo’s met mosterdzaad zich bevinden. De centrale poort toont zich als een gapend gat in de massieve gevel die bestaat uit een ritmisch geheel van panelen.

Het gebouw dient te voldoen aan de normering van voedselveiligheid waarbij de hygiënische en niet-hygiënische zone strikt gescheiden dienen te worden. De centrale helixtrap lost dit slim op en toont de werking en DNA van het gebouw.

Ontwerp als ambacht. De mosterdtoren staat symbool voor het resultaat van twee jaar ontwerpend onderzoek en het vernieuwde, verticale productieproces.

De architectuurtaal is verrassend eenvoudig, sacraal en reminiscerend: een gedachte aan een verschijnsel uit het verleden. Geen vierkante meter teveel, geen voeg te weinig. De gevels vertalen letterlijk de binnenkant van het gebouw. De voorzijde herbergt enkel stockage die UV gevoelig is, de achterkant is helemaal opengewerkt naar de achterliggende natuur ten voordele van de werkruimte waar geproduceerd wordt. Geen typische gesloten voedselveilige doos, maar een open plek met als centrale hart de helixtrap die wederzijdse ontmoetingen induceert.

Camp’s is een hedendaagse abdij : een plek waar je, gedragen door de architectuur, de magie van het productieproces ervaart. Vanaf de arena stap je een andere wereld binnen, waar het strenge doch wonderlijke surrealisme van Ledoux en Boullée nooit veraf is.


INPLANTING EN OMGEVINGSAANLEG IN FUNCTIE VAN DE NATUUR EN DE GEMEENSCHAP

PUBLIEKE ARENA

De maat van de arena is bepaald door de draaicirkel van de grootste vrachtwagen (en brandweer). Minimale moeite met maximaal resultaat. De cirkel is perfect rond en wordt afgeboord met een afsluiting die tevens als tribune zal dienst doen. Hierdoor wordt de relatie met het omliggende landschap gefilterd, ook hier hetzelfde principe: een minimale afsluiting die nodig is om de site veilig af te sluiten.

De centrale poort is de enige ingang tot de site en beschermt het zicht vanop de straat. Eén ingang, één controlepunt, één hek op de rand van de cirkel die de beschermde zone afbakent.

Buiten deze perimeter komt de natuur aan de deur kloppen: wilde heesters, hagen en bomen uit het nabijgelegen natuurgebied worden doorgetrokken tot op de site, waardoor de bezetting van het gebouw minimaal wordt.

De arena zal publiekelijk opengesteld worden in de vorm van een polyvalent evenementenplein voor de gemeenschap. Al van bij de opening kon het gebouw rekenen op een belangrijke publiekelijke interesse vanuit de ruimere omgeving.

Achteraan het gebouw wordt een collectieve moestuin voorzien die voor de gemeenschap zal dienen. Hier zullen allerhande groenten geteeld worden. Ervaringen over het pekelen en bewaren van groenten worden gedeeld in het gebouw in de vorm van workshops en cursussen op regelmatige basis.

Vorige
Vorige

HET KEIZERSPARK

Volgende
Volgende

POLYTOREN